Pearson, één van de weinige serieuze aanbieders van psychologische meetinstrumenten voor HRM met het merk TalentLens, hield 22 september een mini-symposium over Critical Thinking in Tivoli Vredenburg. De nieuwe muziek- en congrestempel van Utrecht bood onderdak aan deze inspirerende bijeenkomst.
Critical Thinking
‘Critical Thinking’ wordt gezien als een essentiële factor bij het selecteren van medewerkers in de ‘war on talent’. In het klassieke aanbod van psychologische tests biedt dit concept een meerwaarde omdat de insteek anders is dan die van cognitieve tests als bijvoorbeeld verbale analogieën en cijferreeksen. Het door Watson en Glaser ontwikkelde begrip mikt op het meten van de kwaliteit van de besluitvorming.
In de door Pearson ontwikkelde test wordt de sollicitant of deelnemer aan een MD programma gevraagd om informatie op juistheid te beoordelen, de juiste vragen te stellen en te checken of aannames kloppen. Met het RED model (Recognize assumptions, Evaluate arguments and Draw conclusions) biedt Pearson een training aan waarvan ze stellen dat het analytisch redeneervermogen sterk verbeterd kan worden. Of dat zo is, daar zet ik echter mijn vraagtekens bij. Onderzoek zal mijn ongelijk moeten bewijzen.
Confirmatie bias
Ze stellen terecht dat een kwalitatieve besluitvorming geremd wordt door confirmatie bias (de neiging om informatie te zoeken of te bevoordelen die het eigen standpunt ondersteunt) en dat emoties ook de zaak kunnen vertroebelen. Wat niet aan bod kwam en volgens mij een blijvende verbetering van dit analytisch redeneervermogen in de weg staat is dat mensen qua persoonlijkheid nou eenmaal verschillen in de mate waarin ze al dan niet rationeel ‘in het leven staan’. En daarmee de ‘innerlijke drive’ hebben om zaken te willen onderbouwen en op feiten gebaseerd (‘fact-based’) problemen benaderen.
Daarnaast zijn sommige mensen geneigd om zaken min of meer klakkeloos aan te nemen en anderen zijn advocaat van de duivel, oftewel personen die heel kritisch staan tegenover informatie van anderen en door zullen vragen. Op beide persoonlijkheidsaspecten zullen medewerkers tenminste gemiddeld moeten scoren om positieve effecten van de eerder genoemde training te zien. Ook in mijn assessment praktijk en in mijn contacten met HRM-ers zie ik grote verschillen; er zijn mensen die puur vanuit hun gevoel redeneren en weinig of niet openstaan voor nieuwe inzichten en feitelijke gegevens. In dit opzicht is het begrip ‘cognitive flexibility’ van de A&O psycholoog Felix Steemers (promotie onderzoek VU Amsterdam 2010) ook de moeite waard om te noemen. Dit begrip houdt onder andere in: herzien van meningen, kennis en inzichten op een nieuwe wijze ordenen en kritische (zelf)reflectie.





In de outplacement begeleiding van een medewerker bij het vinden van een nieuwe werkgever worden alle methoden om een baan te vinden gebruikt. Naast het bijhouden van vacatures op diverse vacature sites, wordt contact gezocht met wervings- en selectiebureaus en headhunters en wordt ingezet op netwerken. Het sturen van open sollicitaties gebeurt nog maar sporadisch. De laatste jaren is het gebruiken van de sociale media, voor hoger opgeleiden vooral Linkedin, vanzelfsprekend geworden.
In het voorgesprek dat Gerard Karelse heeft met de ouders en zoon of dochter wordt secuur stil gestaan bij de vraagstelling en de verwachtingen die men heeft van het studie- en beroepskeuze onderzoek. Meestal komt uit het onderzoek een passend advies; een studie/beroep waar men bijvoorbeeld niet aan gedacht heeft en die goed aansluit bij de sterke en zwakke punten, persoonlijkheid en interesses. Soms is het complexer en is een studieadvies niet voldoende om de scholier en zijn of haar ouders verder te helpen. Zo kan een studieadvies een gebrekkige studie discipline niet oplossen. Ook is een enkele keer een vervolgonderzoek bij een gespecialiseerde psycholoog nodig als uit het onderzoek aanwijzingen komen dat er sprake kan zijn van dyslexie. Dit is dan belangrijk om vast te stellen, omdat hier in aansluitend onderwijs rekening mee gehouden kan worden.
Werkdruk is als we de kranten lezen een hot topic. Ook heeft het de aandacht van de overheid, omdat meer dan 30 procent van het verzuim gerelateerd is aan stress en dus een enorme kostenpost betekent. Dit is één van de redenen dat TNO hier veel onderzoek naar doet en gefocust is op het helpen van bedrijven om dit aan te pakken. Het Nederlands Instituut voor Psychologen (NIP) organiseerde afgelopen zomer een workshop om psychologen te informeren over hun onderzoek en instrumenten.
